De rem op AI: Hoe strikte privacywetgeving Europa’s innovatie vertragen

Het moet me van het hart dat we kunstmatige intelligentie (AI) nog onvoldoende begrijpen. In een tijd waarin AI enorme voordelen kan bieden, zijn we druk bezig met het reguleren ervan, gedreven door ongegronde angsten. Als AI op een normale en verantwoorde manier wordt gebruikt, is er echt geen reden tot paniek over privacy of andere ethische kwesties. Natuurlijk is er altijd een verschil tussen theorie en praktijk, maar moeten we wachten tot iets 100% veilig is voordat we het implementeren, of is een zeer hoge mate van veiligheid ook voldoende als we daardoor veel andere problemen kunnen voorkomen?

AI: De motor van innovatie

AI is een essentiële drijvende kracht voor innovatie en kan enorm bijdragen aan de vooruitgang van Nederland en Europa als geheel. Terwijl de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) bedoeld is om onze privacy te beschermen, kan het in zijn huidige vorm innovatie belemmeren, vooral op het gebied van AI waar grote hoeveelheden data nodig zijn voor effectieve modellen.

Het probleem met toestemming binnen AI is complex. Zodra data is opgenomen in een model, is het praktisch onmogelijk om die specifieke gegevens te verwijderen zonder het hele model opnieuw te trainen, wat zowel kostbaar als inefficiënt is. Dit botst met het recht om toestemming in te trekken, zoals vereist door de AVG.

In plaats van de AVG volledig te ontmantelen, zouden we moeten nadenken over hoe we de regelgeving kunnen aanpassen om zowel privacybescherming als technologische vooruitgang te faciliteren. Het gebruik van geanonimiseerde data of het implementeren van nieuwe technieken zoals federated learning kan een middenweg bieden.

AI in de Zorg: Een gemiste kans

Neem de zorgsector als voorbeeld. We verspillen momenteel enorm veel tijd aan administratieve taken die door AI uit handen genomen kunnen worden. Stel je voor dat we AI inzetten om deze lasten te verlichten. Zelfs als er in een uiterst klein aantal gevallen iets mis zou gaan met privacy, en het extra inspanning kost om dat te herstellen, dan nog besparen we op de totale schaal enorm veel tijd en middelen.

In het recente regeerakkoord wordt juist benadrukt hoe belangrijk het is om administratieve lasten te verminderen en AI te omarmen:

“Halveren van de administratietijd in 2030. Als we de administratietijd weten te halveren naar zo’n 20% van de werktijd, zijn we er voor de komende jaren al. Revolutionair zijn de mogelijkheden die generatieve kunstmatige intelligentie (AI) in de zorg heeft. We willen dat organisaties zich hier op voorbereiden…”

Hier wordt duidelijk gas gegeven op AI. De overheid ziet de potentie en wil dat organisaties zich voorbereiden op een toekomst waarin AI een centrale rol speelt in het verbeteren van efficiëntie en het verlichten van werkdruk.

De paradox van strikte regulering

Tegelijkertijd staan we voor een paradox. Terwijl het beleid aanstuurt op versnelling in AI-adoptie, leggen toezichthouders strikte beperkingen op die de ontwikkeling en implementatie van AI hinderen. Een voorbeeld hiervan is de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die nauw toeziet op de verwerking van persoonsgegevens voor AI-training.

Er zijn twee hoofdgrondslagen voor het verwerken van persoonsgegevens: toestemming (consent) en gerechtvaardigd belang. Toestemming verkrijgen is in de praktijk vaak onhaalbaar. Je kunt immers niet aan miljoenen mensen vragen of je hun data mag gebruiken, en zelfs als dat zou lukken, kan die toestemming altijd worden ingetrokken. Als data eenmaal is gebruikt voor het trainen van een model, is het praktisch onmogelijk om die specifieke data er weer uit te halen zonder het hele model opnieuw te moeten trainen—een proces dat zowel tijdrovend als kostbaar is.

De Open Brief: Een oproep tot harmonisatie

Deze zorgen worden gedeeld door vele bedrijven en experts in Europa. Onlangs is er een open brief gepubliceerd op www.EUneedsAI.com, ondertekend door tientallen bedrijven, onderzoekers en ontwikkelaars. Zij waarschuwen dat Europa het risico loopt achterop te raken in de wereldwijde AI-ontwikkeling als gevolg van gefragmenteerde en te strikte privacywetgeving. Onder de ondertekenaars bevinden zich prominente figuren zoals Mark Zuckerberg en Yann LeCun van Meta, maar ook grote Europese bedrijven als SAP, Spotify, Prada en het Nederlandse 8vance .

Innovatie die stilstaat: Het potentieel van AI voor werkzoekenden

Bedrijven zoals 8vance hebben technologie ontwikkeld die werkzoekenden kan helpen om banen te vinden, discriminatie kan voorkomen en mensen kan matchen aan leuker, leerzamer en betekenisvoller werk. Dergelijke AI-toepassingen kunnen capaciteit in de samenleving ontsluiten om te werken aan de crisissen waar we mee te maken hebben. Ondanks de potentie van deze technologieën wordt hun implementatie gehinderd door strikte interpretaties van privacywetgeving. Dit illustreert hoe huidige regelgeving niet alleen grote techbedrijven treft, maar ook lokale innovaties die directe maatschappelijke voordelen kunnen opleveren.

Europa moet vooruit!

Bovendien is het cruciaal dat Europa niet achterblijft op het gebied van AI. Als we te strak vasthouden aan regelgeving zonder ruimte voor innovatie, riskeren we afhankelijk te worden van AI-technologieën uit andere delen van de wereld, met name de VS en China. Bedrijven zoals Meta die open-source AI-modellen beschikbaar stellen, kunnen kleinere Europese bedrijven helpen om mee te doen in de AI-race.

Dus, willen we echt geen AI? Of willen we een balans vinden waarbij we zowel onze privacy beschermen als de ontwikkeling van eigen, Europese AI stimuleren? Het is tijd om het gesprek te verleggen van weerstand naar constructieve oplossingen die ons vooruit helpen.

Een oproep tot redelijkheid

Als de AI-toezichthouders in Europa het standpunt innemen dat in alle gevallen expliciete toestemming vereist is voor het trainen van AI-modellen met persoonsgegevens, zullen we in Europa niet meer in staat zijn om hoogwaardige AI-modellen te ontwikkelen die kunnen voldoen aan de behoeften van onze diverse samenleving. Dit heeft niet alleen gevolgen voor technologiebedrijven, maar ook voor sectoren zoals de zorg en de arbeidsmarkt, waar AI een sleutelrol kan spelen in het verbeteren van diensten en het verlagen van kosten.

De vraag rijst dan ook of toezichthouders – zoals de Nederlandse AP – in staat zijn om alle belangen objectief af te wegen. Het is belangrijk dat zij een balans vinden tussen het beschermen van privacy en het mogelijk maken van innovatie. Er is binnen de wetgeving ruimte voor een afweging van gerechtvaardigde belangen, zeker wanneer de potentiële voordelen voor de samenleving groot zijn.

Conclusie: Naar een gebalanceerde aanpak

Het is cruciaal dat we een gebalanceerde aanpak vinden die zowel de privacy van individuen beschermt als ruimte laat voor innovatie en vooruitgang. Dit vereist een harmonisatie van AI-data en privacywetgeving op Europees niveau, waarbij alle stakeholders betrokken worden—van beleidsmakers en toezichthouders tot bedrijven en burgers.

Europa heeft de kans om een leidende rol te spelen in de ethische en effectieve implementatie van AI. Laten we die kans niet laten schieten door te blijven hangen in verouderde wetgeving en ongegronde angsten. Het is tijd om te erkennen dat AI, mits verantwoord ingezet, enorme voordelen kan bieden voor onze samenleving.

In: